terug
home
verder

Audio Filters - parameters

Elke filter heeft zijn specifieke set parameters die door de gebruiker in te stellen zijn. Afhankelijk van de filter kunnen dat er meer of minder zijn.

Hieronder een poging om ze allemaal op een rijtje te zetten, beginnend met de meest algemene, verderop die parameters die min of meer specifiek bij welbepaalde filters horen.

Alvorens van start te gaan toch eerst nog even het volgende. Om op een goede manier gebruik te kunnen maken van audiofilters is het absoluut noodzakelijk om een elementaire kennis te hebben over de fysische eigenschappen van het geluid. Het is al even noodzakelijk om te analyseren wat je wil bekomen, zodat je aan de slag kan gaan met de juiste tools voor het geplande werk.

Tenslotte, het gebruiken van audio filters is in zeer grote mate een werk van trial en error, er zijn zelden pasklare oplossingen voor je problemen, het vinden van de juiste filters en/of instellingen zal je enkel lukken door veelvuldig experimenteren en kritisch luisteren. Om dat laatste te kunnen doen zou je idealerwijze moeten beschikken over een (klank)montagecel die zowel technisch (verterkers, speakers) als akoestisch (geluidsdicht, minimale reverberatie en echo) in orde is. En zelfs dan zal je de ervaring moeten opbouwen die je toelaat om je werk te "interpreteren", om in te kunnen schatten hoe je klankmontage en mixage zal gaan klinken in een bioscoopzaal, op een televisietoestel, een home cinema, ....

 

Parameters

 

  1. Gain : uitgedrukt in dB, verhoogt of verlaagt het volume, meestal tussen -20 en +20 dB, altijd tezamen met een tweede parameter die bepaalt waarvan je het volume aanpast.

  2. Frequency : een frequentie waarop ingegrepen wordt

  3. Q : bepaalt hoever de marges (bandwidth) liggen rond een gekozen frequentie. Hoe hoger de Q waarde, hoe smaller de marge (zie hier) de formule is gekozen frequentie / Q = bandwidth bijvoorbeeld een bandpass filter ingesteld op 1000 Hz en een Q van 5 zal een bandwidth hebben van 1000 Hz/5 = 200Hz. Dus de filter zal frequenties laten passeren van 900 tot 1100 HZ. Hetzelfde met een Q = 20 wordt : 1000 Hz/20 = 50 Hz. Dus de filter zal frequenties laten passeren van 975 tot 1025 HZ.

  4. Treshhold : een drempel, uigedrukt in dB, dus geluidssterkte waarboven/waaronder zal ingegrepen worden (limiters, noisegate, expanders, compressors)

  5. Attack Time : uitgedrukt in miliseconden : de,"fade-in" tijd die verloopt tussen het in werking treden van het effect en het effect op "volle kracht" (limiters, noisegate, expanders, compressors)

  6. Release Time : uitgedrukt in miliseconden : de,"fade-out" tijd die verloopt tussen het effect op "volle kracht" en het volledig verdwijnen van het effect (limiters, noisegate, expanders, compressors)

  7. Preserve Volume : aan of uit. Als Preserve volume aan staat, zal na compressie het volume van de klank zoveel opgetrokken worden dat de luidste stukken van de gecompresseerde klank even luid zijn als de luidste stukken in de originele klank.

hieronder een paar voorbeelden (de nummers verwijzen naar hierboven)

 

:

terug   verder