Factoren die de découpage beïnvloeden :
- Het onderwerp : hoe gecontroleerder de omgeving, acteurs, belichting, … hoe makkelijker het zal zijn om shots van tevoren te plannen en dat plan uit te voeren
- Tijd/Geld : zal bepalend zijn voor de hoeveelheid en de complexiteit van de shots (“coveren” uit alle hoeken, of enkel een mastershot draaien, handheld camera of ingewikkeld kraanshot, …)
- De stijl, het tempo, de look die je aan de film wil geven.
Basisregels :
Deze regels zijn van toepassing als je de film later een “invisible editing style” wil geven, dat wil zeggen dat de toeschouwer zich niet, of nauwelijks van shotwissels (cuts), bewust is. Deze regels zijn bijna zo oud als het film maken zelf (zie D.W. Griffith, Eisenstein, Pudovkin, ...). Maar zoals elke taal, is ook de filmtaal constant in beweging. Bovendien is net zoals in andere kunstvormen, een deel van wat ooit experiment was, inmiddels mainstream geworden.
Dat wil zeker niet zeggen dat de basisregels niet meer van toepassing zouden zijn. Omdat het hier niet gaat om een stel “reglementen” die door een of andere commissie zijn uitgevaardigd, maar om een organisch gegroeide en zoals gezegd continu evoluerende film gramatica, loont het de moeite om te weten hoe die grammatica in mekaar zit, zelfs al kies je om het anders te doen.
- begin elke nieuwe situatie/locatie met een establishing shot, de kijker zal dan daarna beter zijn weg vinden bij de closere shots.
- Camerastandpunten die t.o.v. het onderwerp niet minstens 30° verschil hebben, zullen “springerige” cuts tot gevolg hebben.
- Deze regel kan overtreden worden indien het verschil in beeldgrootte tussen beide shots groot genoeg is (bv. Van close naar totaalshot)
- Indien het onderwerp in beweging is op het einde van een shot, zorg er dan voor dat er voldoende overlap in die beweging is aan het begin van een volgende shot
- Respecteer, in mekaar opvolgende shots, de richting waarin het onderwerp zich beweegt beweegt (links naar rechts of rechts naar links) , idem voor confrontaties (naar mekaar toe), ontwijkingen (van mekaar weg) en achtervolgingen (in dezelfde richting)
- In shot tegenshot decoupages : blijf met de camera aan dezelfde kant van de as, en zorg dat shot en tegenshot dezelfde “waarde” hebben (beeldgrootte, hoek t.o.v. de as, eventueel personage in de voorgrond
|
two shot, en shot tegenshot, ofwel keuze 1,2,3 anders 4,5,6 de twee door
mekaar mengen geeft problemen
|