deze en volgende pagina's als PDF |
Overzicht van productie en post-productie workflow(s) |
|
Pellicule |
Laten we beginnen met een web artikel, geschreven in april 2012. Het is niet het enige dat te vinden is over het onderwerp, verre van, en waarschijnlijk ook niet het beste, maar het zegt wel duidelijk waarover het gaat : |
Movie Studios Are Forcing Hollywood to Abandon 35mm Film. But the Consequences of Going Digital Are Vast, and Troubling By Gendy Alimurung Thursday, April 12, 2012 Shortly before Christmas, director Edgar Wright received an email inviting him to a private screening of the first six minutes of Christopher Nolan's new Batman movie, The Dark Knight Rises. Walking into Universal CityWalk's IMAX theater, Wright recognized many of the most prominent filmmakers in America — Michael Bay, Bryan Singer, Jon Favreau, Eli Roth, Duncan Jones, Stephen Daldry. If a bomb had gone off in the building, he thought, it would have taken out half of the Directors Guild of America. "It was a surreal experience because it felt like we were all going to get whacked," Wright recalls. As the directors settled into their seats, Nolan addressed them with words ripped from the plot of an old Batman serial. "I have an ulterior motive for bringing you here," the British director announced. And then he made a plea for 35mm film. Nolan pointed out that The Dark Knight Rises was made on celluloid. That he is committed to shooting on film, and wants to continue doing so. But, he warned, 35mm will be stamped out by the studios unless people — people like them — insist otherwise. There is a war raging in Hollywood: a war between formats. In one corner, standing with Nolan, are defenders of 35mm film. Elegant in its economy, for more than 100 years film has been the dominant medium with which movies are shot, edited and viewed. In the other corner are backers of digital technology — a cheaper, faster, democratizing medium, a boon to both creator and distributor. A few months later, Nolan steps out of the editing bay to discuss his purpose on that December evening. He says he wanted to remind his fellow filmmakers what photochemical film can do. It is too easy to forget the beauty and power of 35mm. "The danger comes from filmmakers not asserting their right to choose that format," Nolan says. "If they stop exercising that choice, it will go away. I tell people, 'Look, digital isn't going away.' " It certainly isn't. James Cameron's Avatar got the ball rolling back in 2009. The 3-D blockbuster could only be shown via digital projectors, and so the first wave of theaters upgraded in a hurry. Today, the driving force isn't so much a single movie as it is the studios' bottom line — they no longer want to pay to physically print and ship movies. It costs about $1,500 to print one copy of a movie on 35 mm film and ship it to theaters in its heavy metal canister. Multiply that by 4,000 copies — one for each movie on each screen in each multiplex around the country — and the numbers start to get ugly. By comparison, putting out a digital copy costs a mere $150. "Distributing movies digitally into theaters has been the holy grail of the studios," former Universal Pictures chairman Tom Pollock told Variety back in 2010. "They stand to eliminate billions of dollars in costs in coming years without spending very much." In 2012, it seems, the grail is finally within the studios' grasp. Fate hasn't yet been sealed on the image-capture end, as directors like Nolan dig their heels in about aesthetics and continue to insist on shooting on film. But even a motion picture shot entirely on film can be converted to digital after the fact. And on the projection side, digital is winning. This year, for the first time in history, celluloid ceases to be the world's prevailing movie-projector technology. By the end of 2012, according to IHS Screen Digest Cinema Intelligence Service, the majority of theaters will be showing movies digitally. By 2013, film will slip to niche status, shown in only a third of theaters. By 2015, used in a paltry 17 percent of global cinemas, venerable old 35 mm film will be mostly gone. The repercussions will be vast — and felt down the entire length of the movie-industry food chain. Upgrade or Die vervolg van het artikel hier : http://www.laweekly.com/2012-04-12/film-tv/35-mm-film-digital-Hollywood/?storyPage=2 Anderzijds, als we de technische fiche van de Oscar nominees for best picture van 2014 bekijken, dan stellen we vast dat 4 van de 8 films op pellicule gedraaid is, en zelfs 6 van de 8 op 35mm gedistribueerd.
|
Film is dus zeker nog niet "dood" Een zeer volledig, historisch overzich vind je hier We kunnen verschillende criteria hanteren om de diverse formaten pellicule en bijhorend camera's op te splitsen, laat ons begnnen met het formaat : De twee meest gangbare formaten zijn 16mm en 35mm. De benaming slaat terug op de breedte van de film : Hierboven drie afbeeldingen van een strook(je) 35 mm film (de laatste afbeelding = cinemascope formaat, opgenomen met een anamorphe lens ,een techniek die ook digitaal nog steeds gebruikt wordt : link - link). Het is evident dat camera's (en projectoren) ofwel voor 35, dan wel voor 16mm geschikt zijn, en nooit voor beiden. Hieronder 16mm (en super 16mm) |
De keuze om 16 dan wel 35mm te gaan gebruiken zal veelal budgetair ingegeven zijn : 35mm is niet alleen ruim dubbel zo breed als 16mm, je hebt er ook ongeveer 3 x zo veel van nodig om dezelfde lengte (in tijd) op te nemen. Ook labo kosten, camerahuur, rigging, licht ... zullen verhoudingsgewijs meer gaan kosten. Vandaar dat heel wat low-budget (en televisiefilms) op 16mm gedraaid werden. Tegenwoordig wordt die rol overgenomen door video based formats. Bij films met grote(re) budgetten maakt de kost van de pellicule meestal maar een relatief klein deel van het budget uit, en is dus ook de besparing relatief gering. Andere eigenschappen van de pellicule die meespelen in het maken van de keuze : - kleur vs. zwart/wit
- daglichtfilm/kunstlichtfilm
- gevoeligheid (iso)
- 24/25 frames per seconde !!
- en, niet echt afhankelijk van de pellicule, maar eerder van de camera : de beeldverhouding (hoog : breed)
- 1 : 1.33
- 1 : 1.66
- 1 : 1.85
- 1 : 2.35
|
|
|
Na belichting (in de camera) staat het beeld latent op de pellicule. M.a.w. het is aanwezig, maar niet zichtbaar. Om zichtbaar en bruikbaar te zijn moet de pellicule ontwikkeld worden. Dat gebeurt in Het labo. |
|
Ontwikkeling van de filmrol(len) resulteert in het negatief. De beelden zoals belicht in de camera zijn zichtbaar geworden op de pellicule. Alle "waarden" zijn evenwel omgekeerd : zwart=transparant (wit), wit=zwart, rood=cyaan, groen=magenta, ... (link), bovendien is het negatief o.a. voorzien van een anti-halo laag, die er de specifieke oranje kleur aan geeft. Hieronder negatief - negatief minus anti halo - positief. |
In de rand van de pellicule vinden we na ontwikkeling o.a. ook de footage numbers en keycodes terug (daarover later meer)
|
|
we hebben nu een ontwikkeld negatief, dat is fijn, maar in deze vorm kunnen we er niet zo veel mee doen. Tot +/- halfweg de jaren 90 in de vorige eeuw werd dit negatief geprint op een 35mm (of 16mm) printfilm, om aldus een positieve kopij te krijgen. Die kopij werd letterlijk geknipt en geplakt tijdens de montage (zie afbeeldingen hieronder en de workflow die daar bij hoorde hier) |
Deze "ambachtelijke" werkwijze is sindsdien volledig uit de professionele film postproductie verdwenen, dit ten voordele van filmmontage op/met de computer. Dat wil dus wel zeggen dat we een manier moeten vinden om dat negatief in de computer te krijgen. Zo komen we bij de : |
|
Telecinema |
De telecinema (soms ook afgekort tot telecine) is zowel het apparaat als het procede waarbij/waarmee de rollen negatief worden omgezet naar een video signaal. Iets te simpel uitgelegd komt et hierop neer : Het negatief wordt geprojecteer op een sensor, vergelijkbaar met de CCD en CMOS sensors die we in camera's terugvinden, en, net zoals in een camera wordt van hieruit een video signaal gegenereerd. Die video kan, afhankelijk van de behoefde van goede, of een minder goede kwaliteit zijn (waarom zou ik voor een lagere kwaliteit gaan : zie later bij online/offline). De rushes worden meestal aangeleverd met een "one light" kleurcorrectie, d.w.z. dat een "gemiddelde" kleurcorrectie wordt toegepast op alle shots die op dezelfde negatiefrol staan, meestal gebaseerd op de kleurenkaart die aan het begin van elk rol wordt opgenomen. Het video signaal wordt weggeschreven naar een videorecorder, dat kan zowel een tapedeck (bv. DigiBeta) als een HardDisk recorder (bv. AJA KiPro) zijn. De laatste jaren gaan we nagenoeg uitsluitend voor de laatste optie (ik zal in de rest van de uitleg dan ook niet meer verwijzen naar telecine-tapes). Net zoals we de kwaliteit kunnen kiezen, kunnen we het labo ook om files in diverse codecs vragen (bv. DNxHD voor Avid, of Apple ProRes 422 voor FCP). Deze files vertrekken op een harde schijf richting montage. Hoe en waarom de relatie tussen negatief en videofile behouden wordt, zie later. Het mag duidelijk zijn dat de nodige aandacht moet besteed worden aan de coördinatie tussen camera departement, labo, en montagedepartement, en ultiem zelfs met de distributiekanalen, zodat in elk stadium de juiste beslissingen kunnen genomen worden, om tot het einde van de postproductie zonder problemen te kunnen werken. Het loont m.a.w. de moeite om van tevoren de volledige worrkflow te analyseren, en misschien zelfs te simuleren. Waar kom ik vandaan, en waar moet ik naartoe. Ook daarover later meer. |
|
|
|
Tape - Disk/Card |
Net zoals we hierboven 35/16 mm als met uitsterven bedreigd hebben gesteld, moeten we ook van "tape based acquistion" zeggen dat het een uitdovend medium is. Zeker, heel wat archiefmateriaal zal nog beschikbaar zijn, en blijven, op diverse tape formaten (o.a. Betacam, DigiBeta, HDV, DV en een hele reeks oudere videoformaten), maar nieuwe opnames zullen bijna altijd "file based" zijn, en niet meer op tape opgenomen. Het is onbegonnen werk om alle video formaten + hun varianten op te sommen. Ik zal me daarom beperken tot de meest courante, en zal proberen om er een beetje orde in te scheppen. Zoals reeds gezegd, opnames op tape beginnen zo stilaan tot het verleden te horen, en zal ik daarom ook niet (meer) behandelen.(een overzicht) Net zoals met de pellicule hierboven zijn er verschillende criteria die we kunnen gebruiken om de diverse formaten te catalogiseren : - grootte (uitgedrukt in pixels hoog x breed)
- compressie (codec)
- opname media
- grootte van de sensor
- colorspace
Over de voor- en nadelen van video t.o.v. film zijn al letterlijk duizenden web- en ander pagina's volgeschreven. Ik zal proberen om heel kort een stand van zaken mee te geven. Om te beginnen moeten we een onderscheid maken tussen "high end" en "goedkopere" systemen. Ik denk dat er momenteel een consensus bestaat om toe te geven dat de kwaliteit van camera's zoals bv. Arri Alexa, RED Dragon, Panavision Genesis, Thomson Viper... zeer dicht in de buurt liggen van 35mm opname. Waarbij kan gesteld worden dat het resultaat er niet noodzkelijk identiek uitziet, maar kwalitatief wel vergelijkbaar is, m.a.w. het komt voor een gedeelte ook neer op persoonlijke smaak. Onderstaand overzicht van eigenschappen is niet de enige manier om een beetje zicht te krijgen op de grote hoeveelheid aan verschillende mogelijkheden, maar heeft het voordeel om relatief "simpel" te zijn. grootte of resolutie (uitgedrukt in pixels breed x hoog) onderstaande tabel geeft de belangrijkste formaten SD (standard definition) | 720 x 576 | DV, DVpro, DigiBeta, DVD,... | | HD (high definition) | 1280 x 720 | = 720p | | 1440 x 1080 | = 1080i of 1080p | | 1920 x 1080 | =1080i of 1080p | momenteel het meest gangbare HD formaat (ook in DSLR's) | (U)HD (K formaten) | 2048 x 1080 | 2K | Red, Arri Alexa, Canon C500, Black Magic, High End DSLR's ... formaten groter dan 2K worden ook wel UHD (Ultra High Definition) genoemd, al is technisch gesproken niet helemaal juist) | 4096 x 2160 | 4K | 8192 x 4320 | 8K | een afbeelding maakt een en ander duidelijker. Om het nog complexer te maken moeten we ook duidelijk stellen dat het aantal pixels niet altijd een invloed heeft op het formaat van de sensor (zie ook verder). Zo zijn er verschillende DSLR's met "kleine" sensors die toch 4K kunnen filmen (de grootte van de sensor heeft meer invloed op de "look" van je beelden dan de pixelcount - link) Compressie Een redelijk complexe materie waar ik hier niet verder ga op ingaan dan te zeggen dat als regel kan gesteld worden : hoe groter de compresie (= hoe kleiner de resulterende file), hoe lager de kwaliteit. Al moet gezegd worden dat uiteraard ook de kwaliteit van de compressor daar een rol in speelt. (Zo heeft bv. XDCAM EX een vergelijkbare compressierate als DV, maar met een veel beter beeldkwaliteit). (link : let op in deze tabel worden verschillende maatstaven gehanteeerd MB/min, Mb/sec, Giga/uur, .... wees vooral voorzichtig met B = Bytes en b = bits) Opslag Media De keuze van het opname medium zal in grote mate bepaald worden door de compessie, en dus ook de file size (GB/minuut). (link) De meest gebruikte (van klein naar groot) : De eerste twee zijn relatief beperkt in capaciteit, zeker vergeleken met de twee laatste. Behalve de opslagcapaciteit is ook de schrijfsnelheid van het opslagmedium een belangrijke factor. Bij lage compressiefactors (= betere kwaliteit, zie ook hoger) en hoge resolutie zal de hoeveelheid data die weggeschreven moet kunnen worden (datastream) zeer groot zijn. Hieronder een paar voorbeelden : codec | resolutie | Mb/seconde | MB/minuut | GB/uur | DV | 720×576 | 25 Mbit/s | 217 MB/min | 13GB/uur | XDCAM EX | 1920×1080 | 25-35 Mbit/s | 190 MB/m. (25Mbit/s) 262 MB/m. (35Mbit/s) | 11GB/uur - 15GB/uur | REDCODE RAW (RC42) | 4096×2304 | 330 Mbit/s | 2520 MB/m | 147GB/uur | De "klassieke" harde schijf is met zijn snel bewegende onderdelen niet het meest geschikte medium voor camera's gebleken, zeker onder zware belasting (temperatuur, stof, schokken, ...). Ze worden dan ook meer en meer vervangen door SSD's, die bovendien ook nog eens sneller lezen en schrijven. grootte van de sensor Uiteraard heeft de grootte van de sensor een rechtstreeks verband met de kwaliteit van de opnames. Hoe groter hoe beter, is missschien iets te simpel, maar toch een goed uitgangspunt. Omdat een en ander te technisch gaat worden ga ik ook hier niet al te diep op in. Onthoud ook dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de grootte van de sensor, de brandpuntsafstand van de lenzen en de scherptediepte. (link - link - link) colorspace Idem voor colorspace, te technisch en complex om hier uit te leggen. |
Klank |
We gaan er van uit dat er synchrone klank opgenomen wordt, als dat niet het geval is kan deze pijler voorlopig genegeerd worden. Om te beginnen zijn er meestal twee mogelijkheden om de klank op te nemen, ook wel benoemd als "single system" en "dual system". Zoals je uit de term zelf al kan bedenken: - Single system : het signaal van de microfoon(s) wordt naar de camera gestuurd, en daarmee opgenomen tesamen met het beeld, al dan niet gebruik makend van een "mixette" tussen microfoon(s) en camera.
- Dual System : het signaal van de microfoon(s) wordt naar een aparte klankrecorder gestuurd, en zal later, in de montage synchroon gelegd worden met het beeld (zie later : synchroon leggen)
Beide systemen hebben voor en nadelen : Single | beeld en klank zijn en blijven van bij de opnames synchroon, en aan mekaar gelinked, geen syncen in de montage nodig. | Verbing nodig tussen camera en microfoon(s) of mixette en terug naar de klankingenieur ter controle (fysiek of zender) | geen extra toestel nodig (huur) | Cameraman kan (al dan niet per ongeluk) klankinstellingen manipuleren | | Op de meeste camera's beperkt tot twee inputs | | | Dual | klankingenieur behoudt de controle over de hele keten | synchronisatie van klank en beeld nodig | 4 tot 8 discrete inputs zijn mogelijk (afhankelijk van het toestel) | Extra apparaat nodig op de set | klankingenieur werkt onafhankelijk van de camera | | Hard en Software zijn specifiek gebouwd voor klankopname | | Omdat het voor de klankingenieur nagenoeg onmogelijk is de klank te moduleren op de camera, wordt er meestal gebruik gemaakt van een mixette om de klank te manipuleren (moduleren, limiten, eq, ...) alvorens het door te sturen naar de camera. Hieronder een SQN en een Sound Devices toestel. Deze toesellen nemen dus geen klank op, zij sturen het signaal door naar een recorder (in dit geval de camera). En hieronder vijf recorders, respectievelijk een Aaton Cantar (8track), Sound Devices (2track/8track), Roland en Tascam toestellen |
Ook bij de klankrecorders vinden we verschillende opslagmedia, vergelijkbaar met de camera's dus : SD, CF, SSD, harde schijf (al dan niet ingebouwd) |
Klank zal meestal ongecompresserd, als WAVE (.wav) of als Broadcast Wave (.bwf) files opgeslagen worden. De meest gangbare formaten zijn (in oplopende kwaliteit) : 44.1 kHz/16 Bit (enkel gebruikt voor CD) 48 kHz/16 Bit 48 kHz/24 Bit 96 kHz/24 Bit Waarbij het eertste getal staat voor de sample rate (in kHz), en het tweede voor bit depth (in bits). (uitleg hier) |
Opnameformaten Mono De oudste en eenvoudigste vorm van klankopname en weergave, nog steeds zeer veel gebruikt in film en video productie. Met één microfoon wordt één bron opgenomen die later via één kanaal kan weergegeven worden | 2-track/bipiste/dual mono/multiple mono Opname gebeurt met 2 microfoons die, in tegenstelling tot stereo-opnames, geen onderling ruimtelijk verband hebben. Elke microfoon moet beschouwd en behandeld worden als een mono signaal. De twee (eventueel 4 tot zelfs 8) signalen zullen tijdens de montage en mixage als afzonderlijke signalen verwerkt worden. (bijvoorbeeld de combinatie van een dasspeldmicrofoon en een perche, of meerdere zendmicrofoons) | Stereo (A/B, X/Y) Stereo opnames worden net zoals 2-track hierboven, op twee sporen opgenomen, maar door de microfoons op een welbepaalde manier t.o.v. mekaar op te stellen, of door gebruik te maken van een stereomicrofoon, zal bij weergave (door twee juist opgestelde luidsprekers), de ruimtelijke weergave van de opname gerespecteerd worden. Meer info hier | | Stereo M/S M/S stereo is voornamelijk interessant in combinatie met bv dolby SR(D) of andere formaten die gebruik maken van een LCR (zie later) beluistering.Er wordt gebruik gemaakt van drie microfoons : een XY koppel (zie hierboven) voor het stereobeeld en een (hyper)cardoïde microfoon voor het centrum (hier een voorbeeld). Met als belangrijkste voordeel dau in de mixage de breedte van het stereo beeld kan aangepast worden, zonder aan het centrum te raken. (in een "brede" X/Y of A/B mix valt het centrum helemaal weg) | Het signaal, 3 signalen eigenlijk (links, midden, rechts) wordt door vernuftig gebruik te maken van fase en tegenfase registratie, toch op twee sporen weggeschreven | |
naar deel 2 |
|